Naschrift: Pas laat in haar leven vond Rie geluk

Rie Frazers leven zit vol tegenslag en geweld. Tot ze verliefd wordt op haar 23 jaar jongere buurjongen, pas dan voelt ze zich veilig.  

Rie Frazer had op heldere momenten soms in de gaten, dat er iets niet klopte in haar hoofd. Vlak voor kerst sprak ze het nog uit, toen ze even ging rusten ’s middags. Als er nu maar een pilletje bestond waardoor ze er samen tussenuit konden knijpen, vertrouwde ze haar geliefde toe. Door haar vasculaire dementie waande ze zich geregeld in vroeger tijden. En dat waren nu juist de jaren waar ze liever niet aan dacht. De erbarmelijke omstandigheden waarin ze opgroeide had ze bewust achter zich gelaten. Ze keek liever naar de positieve kanten van haar leven. Rie kon als geen ander genieten van kleine dingen, zoals haar tuintje volhangen met kleurrijke bloeiers, haar kamer opvrolijken met sierlijk gehaakte kleden of lekker koken voor haar drie kleinszoons die al zestien jaar lang iedere woensdagavond bij haar kwamen eten.

In 1923 wordt Rie onder een ongelukkig gesternte geboren. Haar moeder, Francina Bisschop, is een vrouw van lichte zeden die op haar twintigste wegloopt van huis. In een tehuis voor ongehuwde moeders in Utrecht bevalt ze van Maria (Rie), die enig kind blijft. Rie weet niet of de man met wie haar moeder daarna gaat samenwonen haar vader is. Haar moeder noemt haar altijd ‘dat jonk van die zwerver’, en wanneer kinderen op school vragen wie nu toch haar vader is, weet ze nooit goed wat ze moet zeggen. Ze noemt steeds andere namen en krijgt de bijnaam ‘Marietje Lampescherf’. Rie blijft haar hele leven zoeken naar haar vader.

In huize Bisschop is het een komen en gaan van mannen en Rie is vaak getuige van ruzies. Zelf krijgt ze ook geregeld om haar oren. Haar dominante moeder wil haar vooral weg hebben en stuurt haar naar opa en oma in Nijmegen, daar geniet ze, Rie is dol op haar opoe. Haar moeder klaagt ook eens bij de huisarts dat Rie zo mager is, zodat hij haar naar een kinderkolonie stuurt. Rie vindt het er vreselijk en noemt de nonnen ‘krengen van barmhartigheid’.

Uiteindelijk is er één man die blijft, Daan Frazer, met wie haar moeder in 1930 trouwt en die haar erkent als zijn wettige kind. Helaas ontpopt haar stiefvader zich niet als de liefhebbende vader waar ze van droomt; ook van hem krijgt ze slaag. Alleen op school is Rie gelukkig is; ze vindt het er geweldig en kan uitstekend leren. Ze slaat zelfs een klas over, mag Frans en Engels leren en krijgt gratis pianoles. Maar haar jaloerse moeder steekt daar een stokje voor en dwingt haar te gaan werken in een pension. Ze is dan twaalf jaar. De eigenaars van het pension waarderen de hardwerkende Rie en bieden haar een baan aan in hun grotere hotel waar ze kan doorleren, maar zodra moeder er lucht van krijgt, moet Rie ergens anders aan de slag. Al is Rie niet op haar mondje gevallen, inmiddels weet ze dat haar moeder tegenspreken veel slaag oplevert.

Rie mag wel op toneel bij ‘de Haard’, waar ze het gezellig heeft en vriendinnen vindt. Geweldig vindt ze het om even te verdwijnen in een andere rol. Ook bezoekt ze de ‘Zusters van Hallo’, waar ze leert handwerken en zingen en soms soep meekrijgt voor thuis. Vanaf haar zestiende werkt ze bij de Nederlandse Export Papierfabriek waar ze goed kan opschieten met haar collega’s. Regelmatig hebben die door dat Rie het thuis zwaar heeft, niet alleen omdat ze na haar werkdag nog strijk- en poetswerk moet doen, maar ook omdat ze eens met een blauw oog op het werk verschijnt – na een klap met de strooppot. Een van haar bazen biedt aan haar op te nemen in zijn eigen gezin, maar Rie bedankt. Ze weet dat het de ellende alleen maar zal vergroten. Als ze een jaar of twintig is, is ineens de maat vol. Als haar stiefvader haar voor de zoveelste keer achterna zit, rent ze net zo lang rondjes om de tafel tot hij uitgeput raakt. Ze grijpt de bloempot met een clivia uit de vensterbank en schreeuwt: “Als je me nog één keer aanraakt, vermoord ik je.” Over haar moeder zei ze later: “Die leugenaar had nooit een kind mogen krijgen.”

In de oorlogsjaren werkt Rie gewoon door, ook als de fabriek wordt overgenomen door de Duitsers. Ze is blij dat ze werk heeft. Wel let ze op dat ze niet met Duitsers gezien wordt. Vlak voor het bombardement van 1944 schuilt ze met collega’s in de kelder voor de Amerikaanse bommenwerpers. En net als het sein veilig is gegeven en ze weer aan het werk wil, ziet ze de vliegtuigen terugkeren en de bommen op de Nijmeegse binnenstad vallen. De kelder van de fabriek wordt gebruikt om de dode lichamen te bergen; beelden die ze nooit meer van haar netvlies krijgt.

In de fabriek leert ze Gerard Geutjes kennen, een boerenzoon die haar vlijt en inpalmt. Door hem te huwen hoopt ze aan haar misère te ontsnappen. Maar ook Gerard kan zijn handen niet thuishouden en ze raakt van de regen in de drup. Ze stopt met werken en richt zich op het huishouden. De komst van haar twee dochters, Ciska en Petra, geeft haar veel vreugde, het moederschap wil ze koste wat kost perfect doen. Haar dochters zullen nooit liefde en aandacht te kort komen.

Als de meisjes wat ouder zijn, werkt Rie als koffiejuffrouw bij de Kinderbescherming en krijgt vanwege haar talent en intellect gelijk een opleiding aangeboden. Hoewel ze graag wil, bedankt ze voor de eer; haar dochters hebben haar harder nodig. Haar huwelijk sukkelt nog 17 jaar door tot Rie geregeld bezoek krijgt van overbuurjongen Jan Geurts. De twintiger doet vaak klusjes bij haar en de twee vallen als een blok voor elkaar. In het begin ontmoeten ze elkaar bij gezamenlijke kennissen en voetjevrijen wat onder tafel bij het kaarten. Daarna volgen stiekeme uitstapjes naar Arnhem. Rie is 23 jaar ouder dan Jan, dus wanneer hun relatie uitkomt is in beider families het huis te klein.

Als Jan in militaire dienst is schrijven ze elkaar honderden liefdesbrieven en in 1966 verlaat Rie haar man en trekt Jan bij haar in. Na enige jaren is de familie gewend aan het stel en wordt het contact hersteld. De twee dochters accepteren hem wel en Jan houdt van de meiden als zijn eigen dochters. Rie voelt zich voor het eerst veilig en brengt de tweede helft van haar leven door in de zachte omhulling van Jans armen. Samen hebben ze het goed. Jan timmert en schildert wat af, Rie naait, breit, haakt, kookt en tuiniert graag. Ook leert ze alsnog de Franse taal, waar ze zo goed in is dat ze gevraagd wordt een boek te vertalen. Maar Rie kan dat niet meer opbrengen, het moment voor een carrière is voorbij.

Liever reist ze met Jan heel Nederland af met de trein, want een auto hebben ze niet. Ze bezoeken zoveel mogelijk steden en struinen vlooienmarkten af voor haar hobby Delfts Blauw. Nadat Jan een hartinfarct krijgt op zijn vijftigste en afgekeurd wordt, hebben ze alle tijd voor elkaar. In die periode gaat Rie opnieuw op zoek naar haar biologische vader, maar zonder resultaat. Haar eigen gezin betekent alles voor haar, bij narigheid, zoals de scheiding van haar oudste dochter en het overlijden van haar andere schoonzoon, staat Rie altijd klaar om te helpen. Mensen om haar heen verbazen zich weleens hoe zij onder alle omstandigheden vrolijk blijft. Maar die eigenschap heeft haar juist door alle narigheid gesleept. Daarnaast vindt ze dat er vast mensen zijn die het veel slechter hebben getroffen.

Eind 2013 begint Rie vergeetachtig te worden. Ze raakt in de war bij het koken, weet ineens niet meer hoe ze hachee moet klaarmaken. Ook puzzelen lukt niet meer. Ze staat soms uren voor het raam te kijken, zonder te weten waarnaar. Hun roodstaartpapegaai Arie blijft als altijd tegen haar aan babbelen, maar Rie zegt niet veel meer terug. Jan verzorgt zijn geliefde met de grootste toewijding, tot er eind januari een plekje vrij is bij verpleeghuis Terra. Met pijn in zijn hart brengt hij haar weg, wetend dat het niet anders kan. Meteen heeft hij spijt. En als ze twee weken later overlijdt, neemt hij het zichzelf kwalijk. Ook nu had hij Rie willen beschermen.

Maria Frazer werd geboren op 7 juli 1923 in Utrecht, ze overleed op 19 februari 2019 in Nijmegen.

In Trouw (pdf aanklikken):

Rie Frazer.1

Rie Frazer2

Categorieën

Mannenyoga: meer mannen op de mat

Mannen bestormen steeds vaker de yogamat. Nu ook militairen en politiemensen wekelijks aan yoga doen, is het zweverige vrouwenimago er wel vanaf. ‘Ook militairen mogen voelen.’ Lees hier het verhaal dat verscheen in Tijd. Foto's: Martijn Gijsbertsen. Vormgeving: Misja...

Lees meer

 Hanno Pijl: ‘Artsen weten niets van voeding’

Huisartsen en medisch specialisten schrijven te snel medicijnen voor aan mensen met diabetes type 2. Belachelijk, vindt internist-endocrinoloog Hanno Pijl. ‘De eerste stap is altijd aanpassing van leefstijl en voeding.’ Internist-endocrinoloog Hanno Pijl van het...

Lees meer

Altijd overal eten

De pannen strak om zes uur op tafel is passé. Eten kan de hele dag door, waar en wanneer je maar wilt. Deze trend van clockless eating geeft veel vrijheid, maar wanneer zit je dan nog gezellig met elkaar aan tafel? Op mijn route van huis naar werk en vice versa kom...

Lees meer

Aan de eiwitshakes? Of juist niet?

Hoe krijg je als bezoeker van de sportschool de voeding binnen die je nodig hebt om spieren te kweken of juist om af te vallen? Dana Ploeger zoekt haar ideale sportdieet en probeert voedingshypes. Je kunt tegenwoordig het park niet inwandelen of je struikelt over de...

Lees meer

Nierteams

Voor Dagblad Trouw schreef ik het nieuwsverhaal over de komst van Nierteams, zodat mensen met een nierziekte sneller geholpen worden met een donornier uit hun eigen omgeving. Lees hier het verhaal: Nierteams...

Lees meer

registreren is geen specialistenwerk

De toenemende registratielast onder medisch specialisten werpt de vraag op: moeten alle registraties wel door specialisten worden gedaan? Of kunnen anderen die taak beter overnemen? Prof. dr. Jacqueline de Graaf, internist en opleidingsdirecteur...

Lees meer

Dokters worden gek van lijstjes invullen

‘Ik ben opgeleid tot medisch specialist, niet tot administratiespecialist.’ Die klacht uiten specialisten steeds vaker. De Federatie hield onlangs een enquête over registratiedruk. Neuroloog George Kienstra, vaatchirurg Jorriane de Nie en aios gynaecologie Steven...

Lees meer

Aan de eiwitshake, of juist niet?

Hoe krijg je als bezoeker van de sportschool de voeding binnen die je nodig hebt om spieren te kweken of juist om af te vallen? Dana Ploeger zoekt haar ideale sportdieet en probeert voedingshypes. Je kunt tegenwoordig het park niet inwandelen of je struikelt over de...

Lees meer

De jongens van toen surfen weer

Ze scheren over het water met hun grijze koppen. De coole windsurfers van toen zijn terug op het water. En ze halen de jonkies makkelijk in. Elke keer als ik over de A28 ter hoogte van Ermelo langs strand Horst rij, verbaas ik me over de grote hoeveelheid windsurfers...

Lees meer

Pin It on Pinterest

Share This